fbpx
Zoeken
Onze Uitgevers
Rosanne Zijerveld-Bader
Nick van Baaren
Max Brandt

Een docent met een hoge gunfactor

Hij was 23 jaar stukadoor. Hij is docent aan ROCMN. Hij heeft een gunfactor. Maak in dit artikel kennis met Robert van Delden. 

Stukadoorsfamilie
Robert: ‘Ik heb eerst nog een jaar getimmerd. Toen mijn vader overleed, ben ik in de stukadoorswereld gerold. Hij had een stukadoorsbedrijf en had dat overgenomen van mijn opa. Het bestaat sinds 1928 en mijn twee broers hebben het overgenomen. Ik was toen zestien jaar en ging gewoon meewerken. De oudste heeft het bedrijf nog steeds. Hoewel de naam is veranderd, is het Kamer van Koophandel-nummer nog steeds hetzelfde.’

Tech Campus ROCMN
Robert: ‘Op een gegeven moment was ik om de zes weken bij de chiropractor voor mijn rug. Dat ging me dusdanig tegenstaan, dat ik op zoek ging naar iets anders. Ik wilde altijd al iets bijdragen aan de maatschappij. Toen kwam het bedrijf Bouwmensen Utrecht, een samenwerkingspartner van ROCMN, op mijn pad. In de periode waarin ik als praktijkinstructeur voor dit bedrijf werkte, ging ik daarbij ook lesgeven voor de Tech Campus. Eerst alleen praktijk, later, toen de docent die theorie gaf wegging, ook theorie. Inmiddels ben ik hier in loondienst.’

Opvoeder
Robert: ‘Ben ik ook opvoeder? Misschien is dat een te groot woord. Je moet de studenten meenemen in de wereld van de (af)bouw. De meeste studenten weten van niets. Ons is dat thuis met de paplepel in gegoten. Je werkt aan werknemersvaardigheden. Wat is normaal? Vaak is dat al een redelijk lastige vraag. Je komt bij iedereen over de vloer. Je moet het eigenlijk met iedereen kunnen vinden. Blijf netjes. Bedank voor commentaar. Ga nooit te snel tegen een particulier in. Daar word je zelf een betere stukadoor van.’

‘Vergeet vooral niet hoe je zelf begonnen bent. Dat is de essentie van opleiden’

Vrouw
Robert is de enige docent stukadoren op de Tech Campus in Nieuwegein, waar een tweejarige BBL-opleiding Stukadoor (mbo-niveau 2) wordt aangeboden en een twee- à driejarige BBL-opleiding Gezel Stukadoor (mbo-niveau 3). Het aantal stukadoorsopleidingen neemt al jaren af in ons land. En dat terwijl de instroom dit jaar bovengemiddeld is: er zijn 26 nieuwe studenten. Alle studenten hebben werk. Het praktijklokaal begint zelfs aan de kleine kant te raken. Er is voor iedere student een eigen plek en een stuk muur. Daar zijn regelmatig de lastigere onderdelen van het vak te bewonderen: schuurwerk (in stucwerk aangebrachte reliëfs) en lijstwerk en ornamenten.

Als Robert over studenten praat, dan heeft hij het steevast over “de jongens”. Robert: ‘Dit jaar zit er trouwens één vrouw in de groep. Haar vader is ook stukadoor. Er zit waarschijnlijk gewoon kalk in haar bloed. Ze profileert zich goed, wil alles weten, verdiept zich overal in. Ze houdt me scherp en dat is leuk. Ik kan er ook weleens naast zitten. Er zijn zoveel producten! Ik ben geen docent geworden om niets te leren.’

Gunfactor
Robert is voor dit interview gevraagd door Tech Campus-directeur Robert Koch. Weet hij waarom juist hij hiervoor gevraagd is? Robert: ‘Die vraag had ik zelf ook voor Robert Koch. Het is een lastige. Ik ben inderdaad gepassioneerd in mijn vak. Dat ik een gunfactor voor studenten heb, klopt wel. Ik ben negen van de tien keer vrolijk en mensen worden ook vrolijk van mij.’ Kun je hier een voorbeeld van geven? Robert: ‘De meeste studenten hebben geen zin in school, ze willen gewoon met hun handen werken. Vooral het eerste jaar zit het vmbo-
gedrag er nog in. In het tweede jaar gaat dat vaak al beter. Sommigen stappen over naar een andere werkgever om zich beter te kunnen profileren. Iemand een vak leren is iets anders, dan van iemand een vakman maken. Daar komen ook werknemersvaardigheden bij kijken.’

De rondvraag
Ben ik iets vergeten te vragen? Robert: ‘Ik zeg weleens tegen ondernemers: “Vergeet vooral niet hoe je zelf begonnen bent”. Dat is de essentie van opleiden. Een beetje geduld en iedereen een tweede kans geven. Zo heb ik het ook geleerd. Het heeft ook iets met de maatschappij te maken. Onze studenten komen van het vmbo, het zijn geen schoolbanktypes. Ze horen al hun hele (school)leven dat ze niets kunnen en dat het nooit wat wordt, of we hebben ze dat gevoel gegeven omdat ze nooit in een plusklasje hebben gezeten. Zo gaan ze zich ook gedragen. Maar zodra ze iets kunnen, gaan ze zich daarnaar gedragen. Ze verdienen een tweede en soms ook een derde kans. Met gamen heb je die ook. Waarom zou je die met stukadoren niet mogen hebben? Je kunt niet alles in één keer leren. Iedereen heeft een andere aanpak nodig. Daarom zijn we op ROCMN bezig met gepersonaliseerd onderwijs. Tegelijkertijd wordt niet iedereen een ambachtsman. Een ambachtsman heeft liefde voor de geschiedenis van het vak en de materialen. De meesten verdienen er alleen geld mee en dat is ook goed. Nederland draait op mbo’ers.’

InterviewOntwikkelingenSamenwerkingOnderwijs & CultuurOnderwijsinstellingLekstroomLopikerwaardUtrechtWoerden