Op 14 oktober jl. startten mbo-instellingen in de regio Utrecht er een campagne voor. Talent en vaardigheden moeten overal centraal staan in het onderwijs. Hoger is zeker niet altijd beter. ROC Midden Nederland is een van de deelnemende scholen. Tijd voor een aantal vragen aan onderwijsmanager Margret te Stroete.
Oud-minister Dijkgraaf is de geestelijk vader van de talentenmaatschappij en de waaier aan talent. Hij bracht nog niet zolang geleden een werkbezoek aan de Tech Campus. Zou je jezelf willen introduceren en iets willen vertellen over dit bezoek?
‘Ik ben samen met Joop van den Bosch onderwijsmanager Gebouwde Omgeving, mbo-niveau 1 tot en met 4, bol en bbl en contractonderwijs voor bedrijven en branches. We hebben een integraal management, we vullen elkaar aan. Het werken met jongeren voor wie het allemaal niet vanzelfsprekend is, dat is een rode draad in mijn onderwijsloopbaan, ik ben ooit begonnen bij niveau 1 entreeopleidingen. Ook voor ROC Midden Nederland was ik een soort vooruitgeschoven post. Ik heb er heel veel passie voor, ik heb een onderwijshart, ik kijk naar mogelijkheden. Daarom was ik zo blij met oud-minister Dijkgraaf. Hij is de beste minister die we in mijn carrière hebben gehad. Hij is hier geweest en is in gesprek gegaan met entreestudenten. Hij is heel betrokken, scherp en analytisch èn inspirerend. Hij ziet dingen in perspectief. De talentenmaatschappij komt uit zijn koker. Hij was verrast over wat het mbo te bieden heeft, hij kende het helemaal niet. Hij heeft zich er vanuit zijn nieuwsgierigheid in laten onderdompelen.’
Dijkgraaf ziet het onderwijs als een waaier waarin alle talenten van evenveel waarde zijn. Net als bladen van een waaier samen een geheel vormen. In plaats van één vast pad voor iedereen, moet het onderwijssysteem ruimte bieden voor allerlei talenten en interesses. Heeft dit met mindset te maken? Zie je al effecten van dit idee?
‘Klopt, er is meer dan alleen maar een diploma. Als jij loodgieter bent, dan is dat een talent. Het is fantastisch, dat je dat kunt. Er hangt een soort hijgerigheid rond hoger en diploma’s. De effecten zijn nu al zichtbaar. Je ziet de laatste jaren dat vmbo en mbo beter geframed worden in de media dankzij de ideeën van deze oud-minister en het gegeven dat er goed onderwijs wordt gegeven aan de makers van de samenleving. Het is ook goed voor het imago van docenten, het aantal aanmeldingen voor lerarenopleidingen stijgt.’
Hoe erken en waardeer je alle bladen van de talentenwaaier?
‘Daar zijn veel manieren voor. Erkennen en stimuleren van verschillende talenten en vaardigheden is onderdeel van de opleiding. Denk aan projecten, praktijkopdrachten en extracurriculaire activiteiten. We ontwikkelen talentprogramma’s die studenten helpen hun unieke gaven te ontwikkelen, workshops en gastcolleges kunnen daar een onderdeel van zijn. De samenwerking met bedrijven kan verbeterd worden, zodat er ook voor niveau 1 studenten goede stageplekken en banen zijn. Verder moet er gezorgd worden, dat de opleidingen toegankelijk en inclusief zijn. Financiële ondersteuning, flexibele leertrajecten en extra begeleiding kunnen daarin veel doen. En last but not least moeten we af van het alleen maar waarderen van diploma’s. Prestaties moeten ook op andere manieren erkend en beloond worden, zoals met een certificaat, een goede stagebeoordeling of publieke erkenning tijdens evenementen.’
Hoe ziet het docententeam eruit en wat is jullie visie bij de ontwikkeling van mbo-niveau 1 en 2 studenten?
‘Het entreeteam bestaat uit ongeveer twaalf docenten die heel verschillend zijn en er samen uit moeten komen. Ze zijn nieuwsgierig, open, zonder oordeel en luisteren naar elkaar. Ik ben trots op het team, er wordt hard gewerkt om binnen kaders maatwerk te bieden. Dat dit soms schuurt is logisch, maar we komen altijd een stap verder met elkaar in het belang van studentsucces. Niveau 1 is de start van een opleiding. De meeste studenten willen doorleren, hebben ambities. Soms is het plafond na een jaar bereikt. Wat we nu ontwikkelen is de arbeidsmarktroute; hiermee schetsen we een ander perspectief voor studenten. Jij leert beter in de praktijk dan op school. We zorgen dat je goed beslagen ten ijs komt. Je haalt een VCA diploma, zodat je aan het werk kunt en – zeg na een jaar – een bbl-opleiding kunt gaan doen. We zijn actief op zoek naar bedrijven die hierin willen participeren. Dan kom je uit, waar je uit wilt komen. Vooral oudere studenten die al een gezin hebben, hebben daar oren naar. Onze visie is dat we de zelfverantwoordelijkheid van studenten in de context waarin ze zitten versterken. We willen studenten eigenaar maken van hun leren en dat wordt gewaardeerd, dit horen we terug in het studentenpanel.’
Welke uitdagingen zijn er bij het opleiden van deze studenten?
‘Het is ontzettend moeilijk om voor niveau 1 en 2 bol studenten stageplekken te krijgen. Waarom? Ze hebben een gek klinkende achternaam, spreken niet helemaal goed Nederlands, hebben een beetje angst. Het zou fijn zijn als bedrijven wat meer nieuwsgierigheid zouden tonen en open zouden staan voor deze studenten. Deze groep heeft veel meegemaakt, ze hebben een tweede kans, ze zijn heel gretig. Ik geef zelf ook nog weleens les. Ik vind elke student een parel. Wat hen verbindt is hun verhaal en dat ze de Nederlandse taal zich verder eigen aan het maken zijn. Door hen wordt je eigen wereld als docent ook steeds rijker.’