Zoeken

‘Als je hier zo lang werkt, word je vanzelf een vakman’

Al ruim tachtig jaar staat Van Veluw B.V. aan de top met de productie van kleine metaalwaren. Speldjes en medailles zijn bij het bedrijf uit Zeist in goede handen. De KNVB is een belangrijke klant. Elk jaar maakt Van Veluw B.V. de KNVB-beker en de miniaturen voor de spelers. Die lange relatie wordt gekoesterd.

Bij binnenkomst in de sfeervolle showroom van Veluw B.V. in Zeist, tegenover Oud London, vallen ze meteen op. De borstbeelden van Wouter van Veluw senior en zijn zoon Ad. Kleinzoon Wouter (60) kijkt trots naar de beelden. Naamgenoot en opa Wouter begon Van Veluw B.V. in 1942, midden in de grauwe oorlogsjaren, nadat iedereen bij de Gero in Zeist, ook hijzelf, zijn congé kreeg. Wouter senior had affiniteit met metaal, belandde in het verzet en maakte verzetsspeldjes met Nederlandse vlaggetjes. Het was zijn eerste opdracht. Na de oorlog volgde er een ware speldjesrage.

In 1972 overleed Van Veluw senior, waarna zijn zoon Ad het bedrijf overnam. Kleinzoon Wouter kwam in 1987 in dienst, volgde zijn gepensioneerde vader acht jaar later op en kocht in 1996 alle aandeelhouders uit, inclusief diverse familieleden. In 2006 nam Wouter Koninklijke Begeer en Medaillefabriek Stol over. ‘Die hebben we hier in 2008 samengevoegd’, vertelt Wouter in de showroom, nippend aan een kop koffie. ‘Toen werkten er hier 128 mensen, nu 35, eigenlijk iets te weinig. Het is lastig om aan goede mensen te komen, je hoort het overal. We hebben vijf Oekraïners in vaste dienst. Die werken perfect, al is de taal wel een barrière.’

Om het eenvoudig uit te leggen: Van Veluw B.V. maakt kleine metaalwaren. Als het van metaal is en niet te gek groot, dan moet het Zeister bedrijf het kunnen produceren. ‘Onze hoofdmoot is: alles dat van metaal is en op een uniform wordt gedragen. Dat kan een speldje zijn of een knoop, een baretembleem of een onderscheiding. Als het maar niet té groot is. We maken bijvoorbeeld geen lantaarnpalen’, voegt Wouter er met een brede lach aan toe. ‘Wij werken in een nichemarkt, dus als je het heel kort wilt zeggen: speldjes en medailles.’

‘Wij werken in een nichemarkt, dus als je het heel kort wilt zeggen:
speldjes en medailles’

Lange relatie

Van Veluw B.V. heeft een lange relatie met de KNVB. De samenwerking met de voetbalbond, letterlijk de overburen in Zeist, dateert al van begin jaren vijftig. In het verleden verzorgde Van Veluw B.V. jaarlijks de schaal van de landskampioen en de Johan Cruijff Schaal. Internationals die honderd interlands hebben gespeeld of afscheid nemen, ontvangen een schaal waarin alle interlands, data en uitslagen staan gegraveerd. Onlangs nam Herma Hoveling afscheid van de KNVB. Zij was 48 jaar lang betrokken bij 463 duels van het Nederlands elftal. Ook zij kreeg een schaal waarin alle wedstrijden stonden gegraveerd.

Die lange relatie met de KNVB (‘een paar mensen zijn vrienden van me geworden’) resulteert er ook in dat Van Veluw B.V. elk jaar de KNVB-beker produceert, net als de miniaturen die alle spelers na afloop krijgen. Het Zeister bedrijf gebruikt daar de zogenoemde verloren was-methode voor. ‘Het is een wat technisch verhaal, maar wij gieten onder een hoog vacuüm en maken een gipsmodel waar een holte in zit, in dit geval in de vorm van een bekertje. Dat laten we uitharden, we lossen het gips op en hebben een bekertje. Dan wordt het nog helemaal afgewerkt, het wordt vernikkeld voor een mooie glans en op een marmeren voetje gezet. Daar komt dan weer een graveerplaatje op.’

Het produceren van de ‘Dennenappel’, zoals de KNVB-beker liefkozend wordt genoemd, en alle andere vormen van speldjes en medailles, vraagt om een grote mate van vakmanschap. ‘Onze slogan is: oog voor detail. Daar begint het mee. Bij een grote klus is tachtig procent arbeid en twintig procent materiaal. Er komen veel handjes aan te pas, een product gaat veel afdelingen over en iedereen moet opletten of de vorige afdeling het goed heeft gedaan.’

Zelf opleiden

Maar hoe word je eigenlijk een vakman in deze sector? ‘Opleidingen bestaan niet meer, wij moeten onze mensen zelf opleiden’, vertelt Wouter. ‘Als je het zwart/wit stelt: of je werkt hier een half jaar en dan heb je het wel gezien, of je werkt hier tot aan je pensioen. In 99 procent van de gevallen is dat zo. Mensen die hier vijftig jaar werken, zijn geen uitzondering. Elk jaar hebben we jubilarissen. We beginnen bij 12,5 jaar, dan kom je bij wijze van spreken net kijken. Bijna elk jaar hebben we iemand die veertig jaar in dienst is. Uiteindelijk worden ze vakmensen, omdat ze het product goed kennen. Er zijn mensen die hier veertig jaar werken en elke dag leren. Dat heb ik zelf ook. Als je hier zo lang werkt, word je vanzelf een vakman. Zij brengen het weer over op de jongere generatie.’

Bij Van Veluw B.V., grootleverancier van veel grote sportbonden, kijkt Wouter ook naar de toekomst. Hij is zestig. Zijn dochter wil het bedrijf onder geen beding overnemen. Een vierde generatie Van Veluw die het bedrijf leidt, komt er niet. ‘Het loopt hartstikke goed. We zijn in Nederland de enige die op deze schaal produceren. Ooit wordt het verkocht. Ik ben nu druk bezig om te kijken wat verstandig is.’

 

www.vanveluw.nl