Zoeken

Gemeente werkt samen met ondernemers aan toekomstbestendige bedrijventerreinen

Nieuwegein bestaat vijftig jaar. In die tijd ontwikkelde de manier van ondernemen snel, onder andere op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit. Omdat een deel van de bedrijventerreinen in de gemeente dezelfde leeftijd heeft en daarmee nog een opzet kent zoals in de jaren zeventig gebruikelijk was, rees de vraag: hoe maken we deze gebieden toekomstbestendig? In een rondetafelgesprek met de gemeente, diverse ondernemers en kwartiermaker Plettenburg/De Wiers bespreken we de toekomstdromen voor deze Nieuwegeinse bedrijventerreinen.

De sfeer aan tafel tussen de verschillende ondernemers en gemeente is informeel en gezellig. Een goed teken, als we de aanwezigen mogen geloven, want tot voor kort was één van de uitdagingen op Plettenburg en De Wiers juist dat ondernemers hun buren niet kenden. ‘Een toekomstbestendig bedrijventerrein is een breed begrip waar je verschillende invullingen aan kunt geven’, vertelt wethouder Economische Zaken Ellie Eggengoor. ‘Als gemeente willen we die invulling niet van bovenaf opleggen, maar willen we graag dat ondernemers zelf aangeven wat er nodig is om het terrein toekomstbestendig te maken. Daarom zijn we vorig jaar december gestart met een grote brainstormsessie waar alle pandeigenaren, ondernemers en betrokkenen hun visie op de toekomst mochten geven. Dat was één grote leegloopsessie, waar duidelijk werd met welke uitdagingen ondernemers momenteel te maken hebben. Op basis daarvan zijn we samen met hen gaan kijken naar de mogelijke oplossingen.’

Leer de buren kennen

Het bij elkaar brengen van de ongeveer zevenhonderd ondernemers en eigenaren op Plettenburg en De Wiers is één van de eerste uitdagingen. Hiervoor vroeg de gemeente Inez van den Brink om het voortouw te nemen. Op bedrijventerrein De Liesbosch zette zij eerder het initiatief Gluren bij de Buren op. ‘Als kwartiermaker werk ik aan het verbinden van alle betrokken partijen’, vertelt Inez. ‘Na de brainstorm vorig jaar ben ik één voor één bedrijven gaan bezoeken met de vraag: “Wat heb je nodig?” Ik merk dat daar heel positief op gereageerd wordt. Voor mij geeft het veel inzicht. Praktische problemen kan ik bovendien soms direct oplossen, door de juiste mensen met elkaar in contact te brengen.’

Ondernemersstichting

Inmiddels heeft een groep ondernemers zich verenigd in stichting PdWN. Wilko van der Vecht, eigenaar van Studiotekst reclame en producties, is hiervan de kersverse voorzitter. ‘De stichting is opgezet voor en door ondernemers’, vertelt hij. ‘Op Plettenburg en De Wiers zitten veel ondernemers waaronder veel kleinere mkb’ers, die volop focussen op hun eigen onderneming. Door ons te verenigen en taken onderling te verdelen, kunnen we onze ondernemerscreativiteit inzetten om de uitdagingen voor onszelf en elkaar op te lossen. We hebben op basis van de output van diverse brainstorms vier pijlers benoemd, waar we ons de komende jaren op richten: duurzaamheid, groen, mobiliteit en veiligheid. Ondernemers kunnen zich vrijwillig aanmelden voor een van de werkgroepen, die de invulling van deze pijlers verder uitwerken. Denk bij mobiliteit aan fietshubs of OV, en bij duurzaamheid aan oplossingen voor netcongestie en duurzame energieopwekking. Daarbij werken we nauw samen met team Duurzaamheid en team Economische Zaken van de gemeente, die ons helpen op het  gebied van regelgeving en subsidies.’

‘Met dit project willen we de uitdagingen samen aangaan en elkaar versterken’

Verduurzaming

Bram Wesselink, projectleider toekomstbestendige bedrijventerreinen bij de gemeente, is blij met de ontwikkelingen op het bedrijventerrein. ‘We willen als gemeente graag verduurzamen, maar op bedrijventerreinen is veel privaat eigendom’, vertelt hij. ‘Met dit project willen we de uitdagingen samen aangaan en elkaar versterken. Wij pakken ons aandeel door de openbare ruimte aan te pakken en deze toekomstbestendig te maken, waarbij lokale ondernemers actief meedenken in de mogelijkheden en kansen. Daarnaast zijn er ondernemers die tegelijkertijd zelf actief bezig zijn met de verduurzaming van hun pand of bedrijfsvoering.’

Praktijkvoorbeelden

Aan tafel zitten twee praktijkvoorbeelden van ondernemingen die druk bezig zijn met verduurzamen: Wilco Polet, financieel directeur van Innovam en Gert Verdaasdonk, Servicemanager van Pon Center Nieuwegein. ‘Wij hebben onlangs besloten ons pand te renoveren’, vertelt Wilco. ‘We hebben eerst overwogen om nieuw te bouwen buiten Nieuwegein, maar al zoekende ontdekten we dat we eigenlijk op een perfecte locatie zitten voor onze dienstverlening. Daarom besloten we te moderniseren en verduurzamen. Een van de maatregelen is dat we al onze ruiten hebben vervangen. Deze waren ruim dertig jaar oud. Afgelopen zomer merkten we dat de airco flink omlaag kon, omdat het met de nieuwe ramen binnen comfortabel bleef. Zo namen we diverse maatregelen die zorgen dat we er weer jaren tegenaan kunnen.’

Pon Center koos juist niet voor renovatie, maar gaat compleet nieuwbouwen. Gert: ‘Onze ambitie is om de meest duurzame dealer te zijn. Daarom pakken we het groots aan door echt álles in ons plan op te nemen: van energievoorziening en besparende maatregelen tot een groen ontwerp van ons pand. Alles om voorbereid te zijn op nul op de meter zodra dit mogelijk wordt. Wij ondernemen al jaren duurzaam door bijvoorbeeld afval te scheiden en recyclen waar mogelijk. Verder voorkomen we verspilling, gaan we bewust om met grondstoffen en gebruiken we geen middelen die onnodig schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid van onze medewerkers en klanten. Door netcongestie kan nog niet alles, maar we zorgen wel dat we alvast voorsorteren op toekomstige oplossingen.’

Goed voorbeeld doet volgen

‘We merken dat alle initiatieven ondernemers aan het denken zetten’, vertelt Ellie. ‘We hebben op De Wiers onlangs de hele openbare ruimte aangepakt. Je ziet direct dat ondernemers ook zelf kijken hoe ze verbeteringen kunnen doorvoeren. Voorbeelden als Innovam en Pon Center helpen daar bij. Goed voorbeeld doet volgen. Mijn droom is dat over tien jaar het terrein voor iedere gebruiker goed functioneert, zodat ieder kan doen waar hij goed in is. Het liefst in duurzame panden, die bijdragen aan onze gemeentelijke ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn. Maar het allerbelangrijkste: ik hoop op een terrein waar ondernemers met plezier werken en waar trots en verbinding ontstaat.’