“Meer voor elkaar”. Deze titel met dubbele betekenis vormt de kern van het nieuwe coalitieakkoord van de gemeente Nieuwegein. GroenLinks en VVD behaalden bij de gemeenteraadsverkiezing beiden zes zetels, waarbij GroenLinks met 162 stemmen meer, nét de grootste werd. Samen met PvdA en Lokale Vernieuwing vormden zij in de daaropvolgende maanden een vierpartijencoalitie, die de komende jaren de grote uitdagingen van de gemeente op gebied van onder meer mobiliteit, economie, leefbaarheid en wonen aangaat. Voor VVD wethouder Economische Zaken (EZ), Ellie Eggengoor, betekent het haar tweede termijn. We bezochten haar op het stadhuis en vroegen naar de toekomstplannen van de coalitie.
Allereerst: gefeliciteerd met de herbenoeming. Hoe heeft u de verkiezingsuitslag en de coalitieonderhandelingen ervaren?
rnEllie: ‘Dankjewel. Ik ben blij dat ik weer vier jaar verder mag. Bij de uitslag bleek dat we in evenwicht met GroenLinks eindigden en daarom zijn we vanaf het begin samen opgetrokken om een coalitie te vormen. In het politieke spectrum liggen de partijen wellicht ver uit elkaar, maar we zien de uitdagingen waar de stad voor staat gelukkig hetzelfde. We kijken hooguit vanuit ideologisch oogpunt naar andere prioriteiten, maar over de basis konden we met de vier coalitiepartners vrij snel overeenstemming bereiken.’
rnHet coalitieakkoord kreeg als titel ‘Meer voor elkaar’. Wat is daar de gedachte achter?
rnEllie: ‘Er zit een dubbele laag in. Allereerst willen we er meer voor elkaar zijn. Dat is ons min of meer ingegeven door de coronatijd, waarbij we een grote bereidheid bij ondernemers en inwoners zagen om iets voor elkaar te doen. Dat is iets wat we graag willen blijven stimuleren, door een goede voedingsbodem te creëren voor initiatieven om elkaar te helpen. Als die basis er is, zie je namelijk automatisch dat inwoners en ondernemers iets voor elkaar over hebben. De andere betekenis van de titel is dat we meer voor elkaar willen krijgen de komende jaren. We hebben heel grote opgaven als gemeente en daar moeten we met elkaar aan werken. Als we binnen de stad, maar ook als regio, de krachten bundelen, kunnen we meer voor elkaar krijgen.’
rnWat zijn precies die grote uitdagingen voor de gemeente?
rnEllie: ‘Grote vraagstukken hebben bijvoorbeeld te maken met mobiliteit, wonen en leefbaarheid. We hebben als stad een unieke en aantrekkelijke locatie. We zitten centraal in Nederland en omdat onze stad op auto’s is ontworpen, komt daar nog eens bij dat je van waar ook in Nieuwegein, binnen vijf minuten op een snelweg zit. Die snelwegen zijn echter gelijk onze beperking, want we hebben geen buitengebied om naar uit te breiden. Daardoor kunnen we enkel verdichten, om aan de vraag naar nieuwe woningen en bedrijfskavels te voldoen. Verdichten betekent echter meer activiteit in de stad en daarom zijn leefbaarheid en mobiliteit twee andere belangrijke thema’s. Uiteindelijk draait het om de balans tussen die elementen. Alles wat we nu aan de stad toevoegen, moet iets positiefs bijdragen voor de huidige inwoners en bedrijven.’
rnéén van de laatste toevoegingen aan de stad is bedrijventerrein Het Klooster. Wat heeft dat de stad gebracht?
rnEllie: ‘Het Klooster is inmiddels zo goed als verkocht. Het heeft de stad veel werkgelegenheid gebracht en onze stad tot een echte, regionale logistieke hub gemaakt. Oorspronkelijk was Het Klooster als regulier bedrijventerrein bedoeld en niet speciaal ingericht op deze hoeveelheid zwaar verkeer. Daarom kijken we nu opnieuw of de infrastructuur aangepast moet worden. Uit de eerste scans lijkt het dat we daarin niet veel aan hoeven te passen. Onlangs hebben we ook een directe invoegstrook aangelegd, waardoor vrachtverkeer het terrein zonder stoplichten kan oprijden. Zodra alle kavels verkocht zijn dragen we het beheer volgens de juiste eisen over aan het nu al actieve parkmanagement, waarin naast de gemeente alle kaveleigenaren vertegenwoordigd zijn. Zij zorgen vervolgens voor het toekomstig beheer van het bedrijvenpark.’
Zijn alle bedrijventerreinen in Nieuwegein op die manier georganiseerd?
rnEllie: ‘Helaas zien we dat ondernemers in Nieuwegein elkaar nog niet altijd weten te vinden, terwijl zo’n samenwerking heel veel moois kan brengen. Bij Het Klooster zijn we daarom vanaf de eerste ontwikkeling gestart met parkmanagement. We ondersteunen graag initiatieven van ondernemers op andere bedrijventerreinen. Een mooi voorbeeld daarvan is Gluren bij de Buren, op bedrijventerrein De Liesbosch. Hier zijn inmiddels ruim vijftig ondernemers verenigd om met elkaar van gedachten te wisselen over verschillende thema’s. Door de komst van het distributiecentrum van Jumbo, die ook in de aankleding van het terrein heeft geïnvesteerd, zie je dat andere ondernemers ook meer investeren in de omgeving, door bijvoorbeeld een plantvak op hun terrein in te richten. Het zorgt dat een prettige omgeving ontstaat waar je klanten fijn kunt ontvangen. Het accountteam van EZ vormt graag de schakel om bedrijven met elkaar in contact te brengen en daarmee dit soort mooie initiatieven te laten ontstaan.’
rnWe zagen in uw portefeuille specifiek duurzaamheid bedrijventerreinen benoemd. Waarom is dit apart benoemd?
rnEllie: ‘Als je het hebt over leefbaarheid van de stad, dan praat je ook over toekomstbestendigheid en een prettige woon- en werkomgeving. We willen hier de komende jaren serieus werk van maken, door oudere bedrijventerreinen zoals Plettenburg en De Wiers te vernieuwen en te verduurzamen. We zien een aantal uitdagingen op die terreinen. Eén daarvan is dat ondernemers de panden vaak huren van eigenaren, die zelf niet in het gebouw ondernemen. Ondernemers willen wel verduurzamen, maar het initiatief hiervoor ligt bij de eigenaren, die terughoudend zijn met investeringen. Helemaal omdat er al jaren een spook boven de markt hangt dat er meer woningen moeten komen, waarvoor we in Nieuwegein dus geen uitwijkmogelijkheden hebben. Als coalitie maken we daarom nu een duidelijk besluit dat deze gebieden economisch kerngebied zijn, waar geen woningbouw zal plaatsvinden. Hierdoor geven we duidelijkheid aan de ondernemers en pandeigenaren in dit gebied: ze kunnen hier de komende decennia blijven ondernemen. Daarnaast wil het accountteam van EZ ondernemers die willen groeien binnen hun kavel helpen, en gaan we in gesprek hoe we het gebied klimaatadaptief en toekomstbestendig kunnen maken. Dat is een flinke opgave, die in uitvoering zeker langer zal duren dan deze termijn. Maar met het geven van zekerheid aan ondernemers maken we een duidelijke start.’
rnKunnen ondernemers in winkelgebieden de komende jaren ook nog nieuws van de gemeente verwachten?
rnEllie: ‘Zeker. Allereerst leggen we op korte termijn een voorstel aan de raad voor om de winkeltijden te verruimen. In omliggende gemeenten mogen supermarkten bijvoorbeeld zondags om tien uur open, terwijl wij twaalf uur als openingstijd hanteren. Dat moet een gelijk speelveld worden. Hetzelfde geldt voor feestdagen. Verder zijn winkelgebieden net even anders geregeld dan bedrijventerreinen. Ze zijn bijvoorbeeld eigendom van pensioenfondsen of ontwikkelaars. Zij zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het winkelgebied. Als gemeente zijn we echter wel verantwoordelijk voor de bereikbaarheid en omgeving. Daarover spreken we minstens eens per jaar met de eigenaren, zodat we in samenspel de belangrijke functie van wijkwinkelcentra en binnenstad intact houden. Een mooi voorbeeld hiervan is het recent gemoderniseerde buurtwinkelcentrum De Gaarde.’
rnTot slot zagen we dat u ook Werk en inkomen in uw portefeuille heeft. Wat kunt u doen voor ondernemers die met een personeelstekort kampen?
rnEllie: ‘Om bij te dragen aan een goede arbeidsmarkt vind ik een goede koppeling tussen bedrijven als werkgever, onderwijs en werkzoekenden heel belangrijk. Als gemeente vormen we namelijk opnieuw een verbindende rol. Zo organiseren we driehoeksgesprekken waarbij ondernemend Nieuwegein en onze onderwijsinstellingen, zoals het ROC Midden Nederland, om tafel gaan. We hebben deze nu al georganiseerd met de thema’s logistiek en horeca. Het zorgt dat ondernemers en onderwijs verwachtingen beter op elkaar afstemmen. Wat kun je als ondernemers bijvoorbeeld wel en niet van een stagiair verwachten? Of andersom: wat moet een opleiding minimaal aan kennis overbrengen volgens ondernemers? Het zorgt voor meer begrip. Daarnaast wisselen ondernemers bij deze bijeenkomsten onderling kennis uit over personeelswerving. Zeker wanneer een ondernemer de HR zelf doet, is die kennis heel waardevol. Naast deze gesprekken, steunen we de Utrecht Talent Alliantie (UTA). Zij stimuleren levenslang leren, vooral bij doelgroepen die op termijn hun baan dreigen te verliezen door bijvoorbeeld automatisering of robotisering. Voor hen is het heel belangrijk om digitale vaardigheden te leren of andere scholing te volgen, zodat ze van werk naar werk worden begeleid. De UTA zorgt dat iemand die twintig jaar één vak heeft uitgeoefend, “fit” genoeg is om over te stappen. Daarmee houden we vraag en aanbod zo goed mogelijk in balans.’
rn rnWebsite
rn