‘Trots dat we als derde generatie doorbouwen aan ons familiebedrijf’
Lassen, snijden en gassen: Ridder Lastechniek weet raad en biedt complete oplossingen voor die specialistische takken van sport. Het familiebedrijf is al decennialang een gevestigde naam in deze vakgebieden, maar opereert voor het grote publiek in de luwte. Het 85-jarige bestaan is een mooie aanleiding om in de schijnwerpers te stappen. Een coverstory-interview met eigenaren Henry de Ridder en Bert van Voorthuizen.
85 jaar, dat is een mijlpaal die vraagt om een terugblik. Hoe is het allemaal begonnen voor Ridder Lastechniek?
Henry: ‘Dan moeten we terug naar 1938. In dat jaar is mijn opa Henk met het bedrijf begonnen in de Coninckstraat. Nog niet in de lastechniek, maar in het transport. Hij vervoerde bijvoorbeeld alle bomen voor Staatsbosbeheer in heel Nederland. Dit is tot 2003 een van onze grootste
klanten gebleven. Er gingen tot wel 30.000 kleine boompjes op één truck met aanhanger. En dat 65 jaar lang, voor zowel Rijkswaterstaat als Staatsbosbeheer. Een heel land vol grote bomen inmiddels. Dat was leuk werk dat ook een hoop voldoening gaf. Later kwamen ook mijn vader en zijn twee broers in het bedrijf. Naast de bomen vervoerden ze vooral bouwmaterialen.’ Bert: ‘Later verhuisde het bedrijf naar de hoek Pothstraat en Oliesteeg in de binnenstad van Amersfoort. Daar woonden de ouders van Henry. De vrachtwagens stonden toen op de Beestenmarkt, met een eigen ondergrondse brandstofpomp thuis voor de deur. Dat is nu ondenkbaar.’ Henry, lachend: ‘Zie je het voor je, in de smalle binnenstad? Daar stond dan een truck met aanhanger een half uur midden op straat te tanken… En boven het gasdepot was de hooizolder. Daar hoef je nu niet mee aan te komen! Inmiddels zitten we alweer bijna vijftig jaar in ons huidige pand aan de Uraniumweg 54. Hier zitten we goed, zeker nu we het de afgelopen vijf jaar helemaal toekomstbestendig gemaakt hebben.’
Van transport naar lastechniek lijkt een bijzondere stap. Hoe is dat gegaan?
Henry: ‘In 1969 is mijn vader begonnen met het vervoer en de opslag van gasflessen. Dat sloot wel aan bij het transport van bouwmaterialen. De mensen die gasflessen kwamen halen gebruikten dat gas meestal om te lassen. Ze vroegen dan ook vaak naar dingen zoals een drukregelaar, lasdraad of laselektrodes. Dat is ons bedrijf toen ook gaan verkopen. En zo groeide het uit tot een transport-, gas- en lascentrum.’
Bert: ‘Ik ben hier in 1993 komen werken. Mijn ervaring bij een concurrent in lastechniek kwam goed van pas. Ik ben in 1985 getrouwd met de zus van Henry, dus draai inmiddels ook bijna veertig jaar mee in de familie. Samen zijn we toen verder gaan bouwen aan het bedrijf. Na een paar jaar werd het ons wel duidelijk dat de handel ons stukken beter ligt dan dienstverlening.’ Henry: ‘We hadden aanvankelijk de filosofie: met meerdere takken van sport zijn we minder kwetsbaar. Maar gaandeweg kwamen we tot de conclusie: als je je aandacht over drie takken verdeelt, krijgt niet elke tak de aandacht die hij verdient. In 2015 zijn we gestopt met het transport; het was voor ons helaas niet rendabel genoeg meer. De energie, tijd en passie die we vanaf dat moment volledig aan gassen en lasapparatuur konden besteden, hebben zich daarna jaar na jaar vertaald in een flinke groei in deze twee bedrijfstakken en dus gelukkig ook in een gezond rendement.’
Wat is Ridder anno 2023 voor bedrijf?
Bert: ‘We zijn specialist in las- en snijtechniek. Dat houdt in dat we alles kunnen leveren binnen die vakgebieden: van een autogeen lasset en een puls-mig lasinstallatie tot een rutiel elektrode of gevulde draad en alles daartussenin. Tegenwoordig verkopen we veel lasrookafzuiging, maar verzorgen we voor onze klanten ook de aanleg van leidingsystemen vanaf de opslag van gasflessen naar de laswerkplek. Ook beschermingsproducten, zoals lashelmen, blijven enorm vernieuwen qua ontwikkeling. Deze verkopen wij uiteraard ook en belangrijker nog: we geven de klant er ook goed advies over. Een mooi voorbeeld is een lashelm met overdruk die ervoor zorgt dat je frisse lucht binnenkrijgt. Wat wij zien is dat de bedrijven waarmee wij werken één partij willen waar ze al hun lasbenodigdheden en expertise op dit gebied kunnen halen. Wij zijn in deze regio die partij.’
Welke klanten kloppen bij jullie aan?
‘Veelal lasbedrijven uit de regio. Sinds vorig jaar zijn wij de officiële dealer van Fronius voor deze regio. Fronius staat bekend als hét beste merk lasapparatuur. Dat vinden niet alleen wij, maar ook heel veel lasbedrijven en ook vooral zelfstandige lassers. Die groepen weten ons over het algemeen wel te vinden. Deze klanten verliezen we vervolgens zelden. Persoonlijke aandacht en het ontzorgen van onze klanten, vinden wij dan ook erg belangrijk. In de afgelopen 25 jaar hebben wij wel geleerd dat service en ondersteuning minstens zo belangrijk zijn als een goed product. Zo was pas de regionale brandweer nog een paar dagen bij ons over de vloer voor een training. Olaf, onze specialist op het gebied van lasondersteuning, gaat dan specifiek op hun praktijk met ze de diepte in.’
Op welke manier zijn jullie actief als het gaat om gassen?
‘Bij gassen is juist de prijs weer ontzettend belangrijk. Met de juiste combinatie van gasmerken, omloopsnelheid en vijftig jaar specialisme op dit gebied durf ik wel te beweren dat we niet alleen de beste gassenleverancier in deze regio zijn, maar ook de beste prijs hebben. Naast las- en technische gassen verkopen we ook veel propaan in gasflessen. Propaan leveren we vooral aan technische bedrijven, maar ook de lokale horecabedrijven en particulieren gebruiken onze propaan voor hun terrasheaters en gasbarbecues. Daarnaast hebben Bert en ik nog een tweede bedrijf, Ridder Total Gas Management, waar we met acht man fulltime de interne gasdistributie verzorgen voor een tiental multinationals, academische ziekenhuizen en universiteiten.’
De technologische ontwikkelingen gaan hard. In de wereld van lastechniek zal dat niet anders zijn. Hoe blijven jullie bij?
‘Goede leveranciers zoals onder meer Fronius helpen ons daarbij. Dat bedrijf loopt voorop met vernieuwende lasapparatuur. Een ontwikkeling die nu sterk omarmd wordt door metaalconstructiebedrijven is de opmars van de Cobot, een automatische lasarm. Je doet het voor met lassen en slaat het meteen in het geheugen van de Cobot op. Daarna kan hij hetzelfde proces steeds weer herhalen. Het is echt een maatje voor lassers. Het betekent geen vervanging van arbeidskrachten, maar juist een ontlasting. Heel waardevol in een tijd van gebrek aan vakmensen; wereldwijd worden er meer dan een miljoen lassers gezocht. Daarnaast kunnen lassers zich focussen op uitdagende opdrachten, terwijl ze repeterend en saai werk aan de Cobot kunnen overlaten. Leuk om te vertellen: aan het eind van het jaar geven we traditiegetrouw kerstbomen weg aan onze relaties. De laatste keer hadden we een Cobot staan die kleine kerstboompjes lastte. Dat vonden mensen mooi om te zien.’
Met jullie aan het roer is de derde generatie van de familie Ridder alweer 25 jaar aan zet. Wat betekent dat voor jullie?
Henry: ‘Daar zijn we best trots op. Je weet wat ze zeggen: de eerste generatie bouwt een familiebedrijf op, de tweede neemt het over en de derde breekt het af. Het zit al sinds het begin in mijn achterhoofd dat ik wil laten zien dat we het zeker niet afbreken. Wat ik mooi vind is dat ook onze families trots zijn op het bedrijf. Onze oom Ries is een mooi voorbeeld. Zijn vrouw werkte bijna twintig jaar bij ons waarna zij met vroegpensioen ging. Ze kwam terug en is inmiddels alweer vijf jaar een dag in de week aan het werk in onze administratie. Het zegt veel over de betrokkenheid. Dat geldt ook voor de mensen die bij ons werken. Zo neemt Cees de volledige 25 jaar die wij aan het roer staan al de verkoopbinnendienst voor zijn rekening. Na zoveel jaar wordt dat toch ook wel een beetje familie… We hebben een loyaal en hecht team, en dat werkt toch echt beter en leuker!’
Wat is jullie eigen toekomstpad?
‘Voorlopig zijn we met zijn tweeën van plan om lekker door te bouwen aan het bedrijf. Als het goed gaat, gaat alles ook tien keer makkelijker en sneller. Natuurlijk hebben we ook lastige tijden gekend. In Utrecht hadden we een tweede vestiging waar we in 2001 (te snel) gigantisch ons nek uitgestoken hadden met de bouw van nog een eigen pand. Na een moeizame periode hebben we deze vestiging in 2013 afgestoten. Hier hebben we veel van geleerd. Samen weer de schouders eronder zetten om onze groeiambities waar te blijven maken blijkt dan toch keer op keer wel onze grootste kracht.’
Wat is de kracht van een familiebedrijf?
‘Rekbaarheid. Doorgaan waar een ander stopt. De drive, de wilskracht om te slagen. We zijn weleens op een punt beland waarop veel bedrijven niet meer hadden bestaan.’ Door net op tijd om en bij te schakelen en stug door te gaan kwamen we gelukkig toch weer bovendrijven. Opgeven komt in ons (familie)woordenboek in ieder geval niet voor.’
Op naar honderd jaar Ridder Lastechniek?
Bert: ‘Ik ben nu 61. Met nog een jaar of vijf vind ik het denk ik wel mooi geweest.’ Henry, lachend: ‘Proberen wil ik het zeker. Maar als je al zo lang samengewerkt, is alleen of met iemand anders samen weer een heel ander verhaal. Ik ben 54, dus het zou theoretisch haalbaar moeten zijn. Het is wel iets waarvan ik zeg: dat is wel heel leuk om naar te streven! Tot nu toe heeft iedere generatie zo’n vijftig jaar meegedraaid; mijn opa van 1938 tot 1988, mijn vader van circa 1948 tot 1998. Bert en ik zitten nu op een jaartje of veertig, dus tien jaar hebben we traditiegetrouw nog wel te gaan. Die laatste vijf jaar hoop ik dan stiekem ook nog wel te halen!’