Voor het eerst sinds jaren staat er weer een De Waal aan het roer van familiebedrijf De Waal Machinefabriek in Werkendam: Jacco de Waal. Pas 24 is de nieuwe directeur. Hij wist echter als klein jochie al dat hij het bedrijf ooit wilde overnemen en heeft een duidelijke visie waar hij met het bedrijf naar toe wil. Een bijzonder jongensboek.
Jacco begint met een kleine historie van het bedrijf, die hij tot in detail weet te vertellen. ‘De vader van mijn opa begon het bedrijf in 1938, ik ben nu dus de vierde generatie, wat ik op zichzelf al bijzonder vind. Hij begon op deze locatie met het motoriseren van zeilvrachtschepen. Daarna haakte hij in op de trend dat de maritieme sector ook in de binnenvaart ging moderniseren en motoriseren. Hij had toen al een kleine machinefabriek met een paar man. Vroeger ging het heel anders dan nu; schepen voeren op een zandbank en dan kon je tijdens eb de schepen repareren. Dus dan moest je af en toe hard werken om te zorgen dat alles op tijd droog was. De binnenvaartsector is nog steeds onze core business. We zorgen eigenlijk voor de hele aandrijflijn; de voortstuwings- en manoeuvreertechnologie waardoor schepen vooruit kunnen en kunnen sturen. Alle componenten die daarvoor nodig zijn, maken we zelf. Vroeger zaten de tekeningen nog op de achterkant van een sigarendoosje, maar uiteraard zijn we meegegaan met de tijd. We hebben een groot engineeringsteam en lopen zelfs vaak voorop in nieuwe ontwikkeling.’
Scheepsliften
Een goed voorbeeld van dat innovatieve karakter, was de ontwikkeling van twee scheepsliften. Daarmee vestigde De Waal definitief haar naam. ‘Dat schepen vroeger op zandbanken voeren, was mogelijk omdat we in Werkendam veel getij hadden’, vertelt Jacco. ‘Maar na de Watersnoodramp gingen we in Nederland afsluitdijken en stormvloedkeringen maken. Toen was het getij weg. En de haven was veel te ondiep voor een heel dock. We moesten dus iets anders bedenken. Mijn opa heeft toen een scheepslift ontwikkeld. Daar vaar je in en binnen twee minuten is het schip uit het water. Vervolgens kunnen wij onze werkzaamheden verrichten en kan het schip daarna zo weer weg. Dat is een belangrijke ontwikkeling geweest. De liften krijgen om de zoveel jaar een update, ook omdat sluizen en daarmee de schepen groter worden. Maar het is wel deze snelle service waardoor veel schippers ons weten te vinden.’
De afgelopen jaren is De Waal echter ook in andere markten vertegenwoordigd geraakt. ‘We zitten ook veel in de superjachten, doen veel in de visserij en ook steeds meer in de zeevaart. We zien in Nederland nu een trend dat er veel coasters worden gebouwd, schepen die niet veel verder dan de kust gaan. Dat is een groeiende markt. We hebben veel vakmensen, willen ook graag opleiden. Het is niet zo dat we een fabriek zijn waar alles wordt bedacht op een computer en met een machine in elkaar wordt gezet. Er komt veel vakwerk bij kijken. Die specialistische kennis heb je ook nodig bij reparatieschepen, schepen die soms al twintig jaar in de vaart zijn, en misschien elders gebouwd zijn. Daar moet je met expertise naar kijken en zeggen wat er beter moet.’
Terug naar familie
Sinds april van dit jaar mag Jacco leidinggeven aan het mooie familiebedrijf. ‘Dat is niet van de ene op de andere dag ontstaan, maar het proces is wel sneller gegaan dan ik van tevoren had gedacht’, lacht Jacco. ‘Mijn overgrootvader is directeur geweest, mijn opa ook. Mijn vader werkt ook in het bedrijf en die kan heel veel dingen heel goed, maar hij wilde nooit de dagelijkse leiding hebben. De laatste vijftien jaar hebben we daarom gewerkt met externe directeuren. Dat is lang goed gegaan, maar het laatste jaar liepen de visies tussen de directeur en de familie verder uiteen. We zijn dan ook in goed overleg uit elkaar gegaan. Toen hebben we bij elkaar gezeten en ons afgevraagd wat we moesten doen. Gaan we een nieuwe directeur aanstellen die ons bedrijf, de markt en onze mensen weer opnieuw moet leren kennen? Of ga ik een stapje naar voren doen? Ik loop al sinds mijn tiende in dit bedrijf rond. Ik heb er ook twaalf jaar naast gewoond, echt aan de haven. Ik ben verweven met het bedrijf, ken het op mijn duimpje. Drie jaar geleden studeerde ik af en toen stond ik ook voor de keuze: blijf ik bij het stagebedrijf, waar ik op de tekenkamer zat, of ga ik naar het familiebedrijf? Als ik bleef, was ik een heel goede engineer geworden. Maar ik wilde ook ondernemer worden en mezelf uitdagen om ervoor te zorgen dat er over een paar jaar een capabel iemand hier aan het roer zou staan. Drie jaar geleden kocht ik een loods van een ondernemer in Werkendam die wilde stoppen met zijn staalconstructiebedrijf. Ik richtte een zusterbedrijf op: De Waal Metaaltechniek. Tijdens de gesprekken over het kopen van de loods, ontstond een ander idee. Hij had de klanten, maar geen opvolging. Ik vroeg hem: wil je misschien niet nog een paar jaar door en mijn leermeester worden? Dat zag hij wel zitten. Hij heeft me klaargestoomd voor deze rol. Ik ben daar ook directeur. Vijftig procent van de afnemers is uit de maritieme sector, maar we leveren ook aan de industrie.’
Het betekent dat Jacco dagelijks door de haven “vliegt”. ‘Net waar mijn aandacht gewenst is. Voor De Waal Metaaltechniek ben ik nog wel op zoek naar een werkvoorbereider, zodat mijn focus meer op de machinefabriek kan komen te liggen.’ Tijdens het gesprek krijg je geen moment de indruk dat Jacco pas 24 is, het is alsof hij het al jaren doet. Zelf zegt hij erover: ‘Als kind dacht ik al: ik word ooit directeur hier. Ik deed mijn best op school en deed daarnaast veel curriculaire activiteiten. Ik ben drie jaar raadslid geweest in de gemeente, waar ik ook leerde hoe het is om shit over me heen te krijgen ha ha. Ik heb in diverse besturen gezeten, een jongerenraad in de gemeente opgezet, nog een bedrijf opgericht met twee vrienden, ik ben lid van de Metaalunie en van de ledenraad van Rabobank. Ik was altijd bezig om bagage te verzamelen en mijn gezicht te laten zien. Toen ik aan goede klanten vertelde dat ik directeur werd, kwam het voor hen niet als een verrassing. Ik voel dat ik er klaar voor ben.’
Snel blijven schakelen
Jacco heeft zich de laatste maanden vooral gefocust op het verhogen van de slagvaardigheid. ‘Omdat ik een groot mandaat heb, kan ik snel beslissingen nemen. Ik loop veel op de werkvloer en stap bij schippers aan boord, gewoon om te kijken wat er speelt en waar we mee kunnen helpen. Die aanpak wordt denk ik wel gewaardeerd.’ Maar hoe gaat Jacco het hoofd boven water houden als directeur van zo’n groot bedrijf? ‘Ik zag ooit eens een filmpje van Jeff Bezos van Amazon waarin hij zei: “Je krijgt pas stress als je achter de feiten aanloopt”. Toen dacht ik; dat is eigenlijk best logisch. Soms krijg ik lastige dossiers op mijn bureau, en dan heb ik eigenlijk geen zin om ze op te pakken. Maar ik doe het wel want anders ga je achterlopen. Door de zaken kort te houden en snel te schakelen hou ik het op een rijtje. En ik ben heel nuchter ingesteld, dat helpt ook. Bovendien doen mijn vader en oom nog veel in het bedrijf en zelfs mijn opa heeft nog kantoor hier. Hij geeft geen ongevraagd advies meer, maar wel gevraagd advies.’
Kortom, familiebedrijf De Waal gaat een mooie toekomst tegemoet. Jacco: ‘Ik zie heel veel groei in de zeevaart en op de binnenvaart zijn we van vroeger uit al goed vertegenwoordigd. We hebben nog een paar mooie innovaties op de plank liggen, die willen we snel gaan testen en certificeren. Daarnaast blijven we werken aan onze zichtbaarheid, online maar ook zeker offline. We komen minder dan voorheen bij de schipper in de stuurhut. Dat komt omdat de particuliere binnenvaartschipper steeds meer verdwijnt. In tegenstelling tot vroeger blijven vrouwen vaker met de kinderen aan wal en sluiten de schippers zich aan bij grote rederijen. Het betekent voor ons dat we minder vaak zaken met de schipper zelf doen, maar meer met de technische man van de rederij, die bepaalt wie er gaat repareren. We moeten dus goed blijven volgen bij wie we moeten zijn. Maar onze relaties in de maritieme sector zijn altijd sterk geweest en bestaan al lang, dus daar zal ik zeker mijn best voor blijven doen!’