ROM UTRECHT REGION DOET EERSTE INVESTERING IN CART-TECH B.V.
4 maart 2021 | 2 minuten lezen
De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht Region heeft haar eerste investering gedaan. Met deze co-investering stelt de ROM het Utrechtse bedrijf CART-Tech in staat om hun product verder te ontwikkelen en op de markt te brengen. Wethouder Klaas Verschuure van de gemeente Utrecht heeft de investering onlangs officieel bezegeld met de overhandiging van een symbolische boom aan het management van het bedrijf.
De gemeente Utrecht is samen met andere overheden in de regio, het ministerie van EZK, de universiteit en het UMCU aandeelhouder van de ROM. ‘CART-Tech is een bedrijf waar Utrecht trots op kan zijn. Het bedrijf is voortgekomen uit het UMC Utrecht (afdeling cardiologie) en kent daarmee z’n wortels in het hart van ons land. CART-Tech is een goed voorbeeld van een “vroege fase”-onderneming. Dankzij deze eerste investering van de ROM krijgt het bedrijf de stevige impuls die het verdient’, aldus wethouder Verschuure.
Frebus van Slochteren en Paul Leufkens, oprichters van CART-Tech en respectievelijk CTO en CEO van het bedrijf: ‘We zijn uitermate blij met deze investering, waarmee we onze CARTBox® kunnen doorontwikkelen zodat patiënten met hartfalen beter kunnen worden geholpen.”
CARTBox® zorgt ervoor dat cardiologen pacemakers veel gemakkelijker op de juiste plek krijgen. Daardoor kunnen veel meer patiënten met ernstig hartfalen optimaal worden behandeld met als gevolg dat hun levensverwachting sterk verbetert. Met CARTBox® denkt CART-Tech het aantal misplaatsingen op zijn minst te kunnen halveren.
Ontwikkeld bij UMC Utrecht
UMC Utrecht is nauw betrokken bij de ontwikkeling van CARTBox. Dr. Mathias Meine, cardioloog, hoofdonderzoeker en mede-uitvinder: ‘Wij zijn bijzonder trots dat de techniek die we hier in huis hebben ontwikkeld nu in grootschalige klinische studies wordt onderzocht. Zodra de veiligheid en effectiviteit van CARTBox zijn aangetoond zal dit leiden tot betere patiëntenzorg en een optimale inzet van middelen op onze afdeling.’