Bunschoten-Spakenburg kent een hechte kring van ondernemers. Ondernemers die elkaar goed kennen, elkaar wat gunnen en waarvan velen de liefde voor het plaatselijke voetbal delen. Het is een regio waar OnderNamen ook steeds actiever is, en daarom leggen we Jeroen Sloof, voorzitter van de Bedrijvenkring Bunschoten-Spakenburg en eigenaar van Bureau Bos, een aantal vragen voor over wat het dorp nou zo mooi maakt.
Even voorstellen; wie zit tegenover ons?
‘Ik ben Jeroen Sloof, geboren en getogen in Bunschoten-Spakenburg. Ik ben getrouwd en heb drie kinderen. Sinds 1997 ben ik werkzaam bij Bureau Bos. In 2008 werd ik mede-aandeelhouder en in 2018 nam ik het bedrijf over.’
Kun je wat meer vertellen over Bureau Bos?
‘Bureau Bos is een architectuur- en ingenieursbureau. Het bijzondere daaraan is dat we dus niet alleen architectuur doen, maar ook gebouwinstallaties, constructies, bouwfysica en beheer & onderhoud. We ontzorgen onze klanten dus echt helemaal, van initiatieffase – het idee in je hoofd – tot oplevering en het beheer daarna. We opereren landelijk. Op dit moment zijn we onder andere bezig in Hulst, Sneek en Hoorn.’
Naast dat je eigenaar bent van Bureau Bos, ben je ook actief als voorzitter van Bedrijvenkring Bunschoten-Spakenburg. Wat is de reden dat je hiervoor hebt gekozen?
‘Dat heeft een kleine voorgeschiedenis. Ik heb ooit met een aantal anderen de “Jonge Ondernemers Bunschoten-Spakenburg” opgericht, JOBS, naar het voorbeeld van John in Hoevelaken-Nijkerk. Toen ik dat een aantal jaar deed ben ik toegetreden tot het bestuur van de Bedrijvenkring, een beetje als tussenpersoon tussen het hoofdbestuur en JOBS. Toen ik wat ouder werd en er opvolging was voor mij, ben ik volwaardig bestuurslid van de Bedrijvenkring geworden. Afgelopen jaar heeft onze voorzitster door omstandigheden haar functie neer moeten leggen, en toen heb ik aangegeven het wel over te willen nemen.’
Hoe combineer je dit met je drukke bestaan als ondernemer?
‘Als ondernemer, en zeker in Bunschoten-Spakenburg, vinden we: je bent niet alleen op de wereld. Dus je hebt je gewoon in te zetten voor maatschappelijke doelen. Dat kan iets voor een kerk, bedrijvenkring of andere vereniging zijn. Die gemeenschapszin leeft hier enorm. Ik krijg er ook energie van. Je bent met andere thema’s bezig dan alleen je eigen bedrijfsprocessen. Je leert ervan en spreekt veel met andere ondernemers en bestuursleden. Vanuit bestuurlijk overleg heb je soms contact met wethouders of burgemeesters, ook in die zin is het goed voor je netwerk. Het geeft je een bredere kijk op het ondernemen, dus ik doe het met plezier.’
Veel samenwerkingen hier in de gemeente gaan op basis van gunning, maar hoe zorgen jullie er als bedrijvenkring nog meer voor dat jullie ondernemers met elkaar in verbinding brengen?
‘Het gaat om drie pijlers: netwerken, verbinden en belangenbehartiging. Dat doen we onder andere richting de gemeente en in de regio. We zijn ook lid van de federatie Bedrijvenkringen en hebben gesprekken met VNO-NCW en MKB Nederland. Op het moment dat er zaken in de provincie spelen, worden we ook vanuit de federatie benaderd. Het is belangrijk om daarover te communiceren, bijvoorbeeld via de algemene ledenvergadering. Zo kun je dingen die spelen bij leden, meenemen naar verschillende overlegstructuren.’
De ondernemerskring in Bunschoten-Spakenburg kan door sommige ondernemers die niet uit de regio komen ervaren worden als een soort kliek waar je als buitenstaander lastig binnenkomt. Klopt dit beeld?
‘Er zijn wel een aantal “toelatingscriteria”. Je hebt je bedrijf hier in het dorp of je woont hier zelf. Het is wel belangrijk dat we een groep mensen bij elkaar hebben die eindbeslisser zijn en een link hebben met het dorp. Maar volgens mij is dat bij ons niet anders dan bij andere (lokale) bedrijvenkringen. Jullie als OnderNamen vliegen daar misschien een beetje overheen en verbinden op een andere manier, maar hier in het dorp zijn dat de twee regels. Wij zijn er voor Bunschoten-Spakenburg en willen dat de ondernemers hier kunnen floreren.’
Naast het ondernemen, leeft het regionale voetbal hier ook heel erg. Kun je mij wat meer vertellen over deze liefde voor de “groene” (V.V. Eemdijk), de “rooie” (IJsselmeervogels) en de “blauwe” (SV Spakenburg) en waarom het regionale voetbal in Bunschoten-Spakenburg
veel meer leeft dan in de meeste regio’s?
‘Het heeft in de eerste plaats te maken met het niveau waarop gevoetbald wordt, de tweede en derde divisie. We hebben een winnaarsmentaliteit in het dorp, dus als we iets doen, willen we ook graag de beste zijn. Dat zie je dus ook terug in het voetbal. Op een gegeven moment is het dan niet meer alleen voor de lol, maar wordt het serieuze business. Ik denk dat het hier zo groot is geworden doordat die verenigingen tegen elkaar opboksten. Dat heeft een versterkend effect gehad. Het gaat dwars door families en huwelijken heen. Er is helaas geen derby meer omdat de rooie zijn gedegradeerd, maar voorheen was je een week voor die derby al zenuwachtig en als je bij de verliezers hoorde, de hele week daarna nog ziek. Het is bijna grappig zoals dat hier leeft.’
Denk je dat het voetbal in de gemeente jullie als ondernemers nóg dichterbij elkaar brengt?
‘Jazeker. Het is ook wel de bedoeling dat als je hier ondernemer bent, je de clubs op de een of andere manier sponsort. Het is gebruikelijk dat je voor iedereen iets doet, ook al heb je een grotere voorliefde voor de een of de ander.’
En als afsluiter; wat vind jij het mooiste aan ondernemen in de regio Bunschoten-Spakenburg?
‘Wij werken zelf landelijk maar ik vind die winnaarsmentaliteit waar ik het eerder over had, heel prettig. Als wij iets bouwen willen we ook dat het mooi en netjes en van goede kwaliteit is. Dat zie je hier ook als je op het bedrijventerrein bent; het ziet er netjes uit en mensen zijn bereid om daarin te investeren. Als ondernemers hier een kans zien, pakken ze hem. Daarom is hier ook veel behoefte aan huisvesting, omdat bedrijven steeds uit hun jasje groeien. Er is reuring en er gebeurt altijd wat. Er zijn bedrijven begonnen vanuit een garage en die werken nu wereldwijd. Dat is een bepaalde drive waar ik heel erg van kan genieten.’