fbpx
Zoeken
Onze Uitgevers
Rosanne Zijerveld-Bader
Nick van Baaren
Max Brandt

‘Ons honderdjarig jubileum is een mooi moment om het stokje over te dragen aan de vierde generatie’

Een bijzondere mijlpaal voor Van Bekkum. Het bouwbedrijf bestaat dit jaar een eeuw. Al honderd jaar lang maakt het team van gedreven vakspecialisten Amersfoort en omgeving een beetje mooier. Inmiddels met de vierde generatie aan het roer; André van Bekkum geeft het stokje in oktober, bij de viering van het jubileum, door aan zijn schoonzoon Job Schouten.

Honderd jaar Van Bekkum, gefeliciteerd! Hoe is het allemaal begonnen? 

André: ‘Dankjewel. In 1923 is mijn grootvader Jan van Bekkum aan de Van Zuilenlaan in Hooglanderveen begonnen. Hij was timmerman en werkte voor boeren. Het verhaal is dat hij het niet met ze eens was en voor zichzelf is begonnen. Hij dacht: punt erachter, ik red mezelf wel. Als je in die tijd op eigen benen stond als timmerman, dan maakte je alles zelf. Ramen, kozijnen, deuren, noem het maar. De eerste klus die mijn grootvader deed was de bouw van een huis aan de Van Zuilenlaan. Dat staat er nog steeds, mijn broer woont er. Daarachter bouwde hij al snel een werkplaats en kantoor. Hij is voor particulieren gaan werken en deed mee aan aanbestedingen. Zo is het vrij snel van de grond gekomen.’

Kun je ons in vogelvlucht meenemen door de ontwikkeling die het bedrijf in de afgelopen eeuw heeft doorgemaakt?   

‘Jan stuurde erop aan dat zijn drie zoons allemaal in het bedrijf kwamen. En zo is het gebeurd. Jan, Joop en Henk. Ze hadden allemaal hun eigen rol: acquisitie, uitvoering en boekhouding. Met z’n drieën hebben ze het bedrijf lang geleid. Ze zijn behoorlijk actief geweest in de regio Amersfoort, bijvoorbeeld met woningbouwprojecten in Rustenburg, het oude Schothorst, Hoogland en Hooglanderveen. Die projecten werden goed en netjes gerealiseerd, dus Van Bekkum maakte naam. Als ze later verhandeld werden, dan brachten makelaars het als een “Van Bekkum-woning” aan de man. Een enkele keer zie je dat nog steeds voorbijkomen op Funda. Een goed teken.’

Vervolgens was jij aan zet, André. Hoe is dat gegaan? 

‘Ik kwam in 1983 van school en heb toen twee jaar voor een andere aannemer in Wierden gewerkt. Daarna heb ik een bedrijf in Odijk overgenomen, dat later verhuisde naar Houten. Na een jaar of vier zei mijn familie: wij willen stoppen, dus als je naar Hooglanderveen komt kun je het voortzetten. Ik ambieerde dat ook. Zij hebben eerst een tijdje gewacht en gekeken hoe ik het elders deed. Toen ze eenmaal de knoop doorhakten heb ik het bouwbedrijf overgenomen. Ik heb een aparte tak voor projectontwikkeling opgericht, omdat ik dat leuk vond. Wat we ontwikkelden, konden onze bouwtakken maken. We hebben jaren in Hooglanderveen gezeten, totdat we flink geraakt werden door de bouwcrisis. Toen zijn we naar onze huidige locatie op de Wieken-Vinkenhoef verhuisd en hebben we alles onder één dak samengebracht. We hebben, de crisis daargelaten, een mooie groei doorgemaakt. Mijn vader en ooms hadden jaarlijks wel een groot werk, in de afgelopen jaren waren er momenten dat we er drie of vier tegelijk hadden. En dat is nog steeds zo.’

‘Sommige bedrijven kijken eerst toe hoe anderen hun neus stoten, wij gaan het gewoon doen. Dat is pionieren, maar voor uitdagingen deinzen wij niet terug’

Wat is de verklaring voor de goede naam die Van Bekkum heeft opgebouwd? 

André: ‘Dat heeft alles te maken met hoe we naar dingen kijken en ermee omgaan. Toen wij opgroeiend waren, ging de stofzuiger van mijn moeder mee naar de woningen die we gingen opleveren. Met het hele gezin waren we die woningen dan aan het schoonpoetsen. Mensen die er gingen wonen zagen dat en dachten: dan is de woning vast ook goed gebouwd. En dat was ook zo. Met projectontwikkeling stonden we er ook zo in. Dat ging niet alleen om woninkjes ontwikkelen, we keken ook hoe ze zouden passen in de omgeving, hoe het eruit kwam te zien en wat de omgeving ervan zou vinden. We keken breder en zijn dat altijd blijven doen.’

Job: ‘Kijk naar Vathorst. Daar hebben we diverse projecten gedaan waarbij we veel aandacht hebben besteed aan de uiterlijke kwaliteit en esthetische waarde. Mensen lopen erlangs en zeggen: dat hebben ze mooi gedaan.’


Op welke projecten kijken jullie met een trotse glimlach terug? 

André: ‘Daar hebben we veel over gesproken nu we het honderdjarig jubileum gaan vieren. Voor mijn vader was het verzorgingshuis in Hooglanderveen zijn hoogtepunt. Het was omvangrijk en hij had alles zelf gedaan: zelf aangenomen, uitgerekend en uitgevoerd, midden in het dorp. Dat was zijn trots. Als ik voor mezelf spreek: één van de grootste werken waar van alles in zat, was in Utrecht aan de Van Hengeveldstraat. In die tijd, de jaren negentig, begonnen we al met bewonersparticipatie. We betrokken de hele buurt erbij en lieten ze meebepalen hoe het eindresultaat zou worden. Dat werd nog nauwelijks gedaan in die tijd. Technisch gezien was het ook een uitdaging, met een fundering die we onder water moesten maken. Er werd veel gepraat over wat er allemaal mis kon gaan, maar we hebben de juiste keuzes gemaakt. Dichterbij huis ben ik bijvoorbeeld trots op de 20.30 XL-woningen. Vathorst had als thema “een wereld van verschil”. Deze witte blokken zijn ook echt een verschil met wat er aan de overkant staat. Zo kan ik veel meer projecten noemen, we hebben er vele gedaan.’

Job: ‘Bijzonder is ook Hal 6 in De Nieuwe Stad. Een technisch hoogstandje. Een tweelaags utiliteitsgebouw van 6.000 vierkante meter hebben we over een ander gebouw heen gebouwd, met enorme stalen spanten en kolommen. Ook Tuin 13 en Vathorst West zijn aansprekende voorbeelden.’

Hoe is het om zo tastbaar en beeldbepalend te kunnen bijdragen aan de regio waarin je actief bent? 

Job: ‘Heel leuk. Als ik met mijn kinderen een rondje ga fietsen, pakken we altijd een paar locaties mee. Als mensen dan gelukkig in de tuin zitten, denk ik: dat hebben we toch goed gedaan met z’n allen.’

André: ‘Het is geen roeping, maar ik krijg er wel een kick van. Neem Hooglanderveen. Ik heb het er op verjaardagen vaak over. Tegen de komst van het pand van restaurant dimS was weerstand, en tegen de komst van de Boni-supermarkt ook. Maar nu vinden mensen het fantastisch. Dat is het lot van een projectontwikkelaar: een groot deel van het werk bestaat eruit om partijen mee te krijgen en problemen op te lossen. Mensen hebben moeite met verandering, maar uiteindelijk zijn ze vaak toch blij met het resultaat.’

Wat voor bedrijf is Van Bekkum anno 2023? 

Job: ‘Een echt familiebedrijf. Dat koesteren we en dat dragen we uit. Dat is makkelijker als de naam van het bedrijf overeenkomt met de achternaam van de eigenaar. Dat is een uitdaging voor de komende jaren, maar het gaat hier zeker geen Schouten heten. Klanten vinden het fijn dat we een familiebedrijf zijn. Dat geeft vertrouwen. En als je dan ook nog eens honderd jaar bestaat, dan doet dat het natuurlijk helemaal goed. Inmiddels werken we hier met vijftig collega’s: de helft binnen, de helft buiten. We richten ons sterk op woningbouw. In ons vakgebied verandert veel. Waar we altijd veel met beton of kalkzandsteen bouwden, bouwen we nu steeds vaker met hout. Daarin lopen we voorop. Die hele houtbouwrevolutie is gaande en gaat een groot deel van ons werk beslaan. Door het ons eigen te maken, blijven we breed inzetbaar en aantrekkelijk.’

André: ‘In Amsterdam bouwen we momenteel honderd appartementen met massief hout, een nieuwe techniek. Dat is technisch goed, het wooncomfort is goed en voor de mensen die het bouwen is het een fijn materiaal om mee te werken. Er zijn veel voordelen.’

Een rijke traditie als bedrijf, maar met de blik naar de toekomst gericht?   

Job: ‘Ik denk dat we daar bovengemiddeld ver in gaan. Sommige bedrijven kijken eerst toe hoe anderen hun neus stoten, wij gaan het gewoon doen. Dat is pionieren, maar voor uitdagingen deinzen wij niet terug. Het is een reis die we graag aangaan. Lef past wel bij Van Bekkum.’

Job, jij neemt het stokje dit jaar over van André. Hoe ervaar je dat proces?   

‘Daar komt best wat bij kijken. Paar stapjes terug: ik werk hier nu zes jaar. De commercieel directeur ging destijds weg en André dacht: wat nu? Hij ging schaatsen met mijn vrouw Yvonne, zijn dochter. Zij zei: zou het niet wat voor Job zijn? Ik had ervaring in het bedrijfsleven, maar niet in de bouw. Een week later hebben we gezegd: laten we ervoor gaan. Lukt het niet, even goede vrienden. Maar het is goed gegaan. Een paar jaar geleden ben ik formeel directeur geworden. André is sindsdien meer op de achtergrond bezig. Het honderdjarig jubileum vinden we een mooi moment om het stokje over te dragen. Voor mij is het een hele eer om een bedrijf met zo’n rijke traditie over te nemen. Tegelijkertijd is het een hele verantwoordelijkheid om het voort te zetten. We hebben natuurlijk de ambitie om dat nog minstens honderd jaar te doen. Dat zie ik als een mooie uitdaging. Ik heb er het volste vertrouwen in. We hebben een prachtig bedrijf waar heel goede mensen werken. Die koesteren we. Ik zie het voor de komende jaren als één van mijn hoofdtaken om de juiste mensen op de juiste plek te houden.’

André, hoe is het om steeds een beetje meer los te laten wat je hebt grootgemaakt?    

‘Het is prettig dat het langs de weg der geleidelijkheid kan. Ik kom nog steeds elke dag hiernaartoe, maar Job runt nu het bouwbedrijf. Ik vind het fijn dat het in de familie blijft, dat er vertrouwen is. Ik zie dat hij verdergaat waar ik gebleven ben en zoals ik het ook zou doen. Daar prijs ik me gelukkig mee. En wil hij mijn mening weten, dan ben ik er nog. En wil hij die niet, dan bestaat de kans dat ik ‘m spontaan nog eens geef, haha. Ook leuk is dat Job mijn jongste dochter Chantal heeft aangenomen als officemanager. Er zit dus nog een echte Van Bekkum in het bedrijf.’

Gaan jullie het jubileum vieren? 

‘Absoluut! We pakken uit met een receptie en een feest. Het leeft nu al binnen het bedrijf. We zijn er trots op dat Van Bekkum al honderd jaar bestaat.’

 

www.vanbekkum.nl

CoverstoryBouw & VastgoedAannemersbedrijfEemvallei