Vakmanschap op meerdere vlakken
Bij Vendrig in IJsselstein, de industriële wasserij en een partner in onderhoud en het beheer van werk- en veiligheidskleding, zie je vakmanschap met name in drie zaken terug: de mensen, de textiel en de techniek. Eigenaren Rudolf Vendrig en Patrick Vlooswijk vertellen hoe dat zit.
Vakmanschap in het textiel
Wie Vendrig een beetje kent, weet dat het bij hen om meer draait dan om de kleding en het wassen ervan. Pionieren en innoveren zijn belangrijke waarden binnen het bedrijf. ‘We zijn al jaren intensief bezig met duurzaamheid en in de textiel is dat een bijzonder proces’, aldus Rudolf. ‘Als kleding niet meer draagbaar of herstelbaar is, wat gebeurt er dan mee? We zitten in allerlei onderzoeksprojecten om te kijken hoe we textiel kunnen omzetten naar nieuw textiel. Vaak hebben wij kledingstukken van katoen/polyester of polyester/katoen en eigenlijk moet je die stof weer splitsen naar polyester én naar katoen voordat je er iets bruikbaars van kunt maken. Daar zijn zowel
mechanische – als chemische technieken voor, maar de volgende stap is hoe je zo’n katoenen vezel, die minder sterk is dan het origineel, weer kan verwerken in nieuw en stevig textiel. Samen met onder andere Saxion Hogeschool werken we aan dat proces.’
Patrick: ‘Daarnaast testen we veel kleding van gerecycled materiaal, om te kijken of het sterk genoeg is om te kunnen wassen. Je wil enerzijds dat kleding milieuvriendelijke materialen bevat, maar het moet anderzijds ook lang meegaan. Als het gelijk weer kapot gewassen wordt, schiet het niet op. Soms kan de levensduur van een project ook verlengd worden door bijvoorbeeld een andere rits of kniezak. Door een langere levensduur geven we klanten kostenvoordeel en ontlasten we het milieu.’
Rudolf: ‘We zijn ook aan het kijken of we iets met werkschoenen kunnen doen. Schoenen blijven bij een bedrijf wel eens in de hoek staan, omdat de medewerker die ze gedragen heeft er niet meer werkt. Dan kijken wij hoe we die kunnen refurbishen (‘reviseren’, red.) en een nieuw leven kunnen geven. Of we zorgen dat bestaande schoenen voor vaste medewerkers langer meegaan, ook weer door een veter te vervangen of de schoenen te voorzien van een nieuwe zool. En als de schoen echt versleten is, laten we deze ontleden waardoor het materiaal weer hergebruikt kan worden. Een circulair model dus. Onze kracht is dat we er de logistiek voor hebben en elke week bij onze klanten komen, waardoor we alles makkelijk naar ons toe kunnen halen.’
Vakmanschap in de techniek
‘Een nieuwe ontwikkeling is dat we tegenwoordig chips aan onze kleding (en zelfs aan onze theedoeken en handdoeken) toevoegen, zodat we nauwkeurig kunnen bepalen waar het textiel is en kunnen garanderen dat het goed gesorteerd wordt en op de juiste plek terechtkomt. Daarnaast hebben we een laboratorium waar we testen op kleurechtheid. Voorheen knipte je een stukje van de kleding af, dan ging je wassen, knipte je weer een stukje en vergeleek je de kleuren. Tegenwoordig hebben we een geavanceerde kleurmeter waarmee de kleurwaardes voor en na het wassen digitaal worden weergegeven. We testen in ons eigen lab onder andere ook de waterafstotendheid, de kiemdoding en de antistatische eigenschappen. Eerst was er een vaste norm van vijftig wasbeurten en dan moest de kleding weg. Tegenwoordig kunnen we nauwkeurig meten in wat voor staat de kleding na een bepaalde hoeveelheid wasbeurten is. We bekijken dit per kledingstuk, en we proberen dat kledingstuk zo lang mogelijk te laten meegaan. Vroeger deden we dat visueel, toen met een barcode en nu met een chip.’
‘Alle ontwikkelingen zorgen er ook voor dat we in de wasserij keuzes moeten maken, en dat zit ‘m vooral in een juiste sortering. Kort door de bocht had je voorheen bonte was en witte was, nu hebben we meer dan veertig wasprocessen. We hebben een wasproces voor de chocolade-industrie, de olie- en vetindustrie, de visindustrie, noem maar op. Er zitten veel meer elementen aan vast.’
Vakmanschap in de mensen
Als je door de wasserij van Vendrig loopt en je passeert de reparatie-afdeling, dan zie je nog een echt staaltje vakmanschap. Zo’n twaalf mensen zijn daar dagelijks bezig met het verstellen (bijvoorbeeld inkorten) of herstellen van kleding. ‘Als je het hebt over vakmanschap, dan is dit echt nog een ouderwets staaltje vakmanschap. Alles wordt met naald en draad en een naaimachine gedaan, daar komt nog geen robot aan te pas. Het zijn met name onze vakmensen die ervoor zorgen dat kleding zo lang mogelijk meegaat. Als je het hebt over de fast fashion trend – lagere prijzen, maar ook een korte levensduur – zitten wij echt aan de andere kant van het spectrum.’
Patrick: ‘Vakmanschap is ook advies. Het juiste advies voor de juiste werkzaamheden met de juiste normeringen. Een gemiddelde kledingverkoper kijkt meestal maar naar een paar dingen: vind je het mooi en zit het lekker? Vervolgens zit iemand in een betonfabriek met overgenormeerde kleding, wat helemaal niet nodig is omdat ze binnen zitten. Je moet echt kijken: hoe werken mensen, wat hebben ze nodig qua bewegingsvrijheid, zichtbaarheid en comfort en wat zijn de eisen vanuit veiligheidsperspectief? En daarnaast: is het sterk genoeg en goed wasbaar? We zien daarover nog best wel veel onwetendheid. Wij zitten gelukkig in een vaste keten met ervaren fabrikanten en doekleveranciers zoals Ten Cate Protective Fabrics en hogescholen. In die keten zit veel kennis waardoor we het beste advies kunnen geven. Maar denk ook aan het afstellen van machines en chipscanners, ook dat is vakmanschap. Onze service-chauffeurs zijn heel belangrijk voor het persoonlijke contact met klanten en die worden uitvoerig getraind om ter plekke advies te geven als een klant iets vraagt over een bepaalde vlek of een kledingstuk. Ons vakmanschap is materiaalkennis in combinatie met de omstandigheden bij de klant en de industriële wasprocessen in de wasserij. Onze vakmensen staan daarin centraal. Natuurlijk is het belangrijk om processen te digitaliseren en zo efficiënt mogelijk te werken, maar je komt als bedrijf het verst als je de vakmensen koestert.’